Het is inmiddels meer dan twee jaar geleden dat we in Nederland tot een breed pensioenakkoord kwamen. Maar voor de meesten van ons lijkt het nieuwe pensioen nog een ‘ver-van-mijn-bed-show’. Waar staan we?
Pensioenfondsen
Op papier leek het allemaal prima geregeld voor de deelnemers aan bedrijfstakpensioenfondsen. Boven op de AOW krijgt iedereen een aanvullend pensioen, dat door de fondsen doorgaans jaarlijks werd verhoogd om de koopkracht op peil te houden: de indexatie. Diezelfde fondsen moesten tijdens de kredietcrisis stoppen met indexeren omdat de reserves het, door sterk gedaalde rente, niet toelaten. Sindsdien kachelt de pensioenaanspraak van vele werkenden en gepensioneerden achteruit: Leerkrachten (ABP) en verpleegkundigen (Zorg & Welzijn) hebben de laatste 10 jaar meer dan 20% koopkracht op hun pensioenaanspraak ingeleverd.
In het nieuwe pensioenakkoord is een minder belangrijke rol voor die rente voorzien. Pensioenfondsen mogen gaan rekenen met zogenaamde projectierendementen. Bij deze rendementen zijn ook beleggingen betrokken; het projectierendement is dan ook hoger dan de huidige rente. Bovendien wordt de dekkingsgraad anders bekeken. Beleggingsresultaten vertalen zich straks direct in een hoger of lager pensioen; consequenties worden niet meer, zoals nu, vele jaren vooruit geschoven.
De invoering van het nieuwe pensioenakkoord in de bedrijfstakpensioenfondsen is op zijn vroegst 1/1/2023. Er wordt voorzien in een overgangsperiode van maximaal 4 jaren. Onder druk van vakbonden, enkele politieke partijen en, wie weet, de naderende verkiezingen, heeft Staatssecretaris Koolmees inmiddels toegestaan dat pensioenfondsen per 1/1/2022 ook bij een dekkingsgraad van 105% (in plaats van 110%) mogen indexeren.
Financiering bedrijfstakpensioenfondsen
Bij fondsen is er sprake van een ‘doorsneepremie’, voor alle leeftijden geldt hetzelfde premiepercentage over de grondslag. De pensioenopbouw per jaar is echter ook gelijk, en daarmee betaalt de jonge werkende per definitie teveel voor wat hij krijgt en de oudere te weinig. Over een hele carrière beschouwd is dat natuurlijk geen probleem, maar wie als, laten we zeggen, 45-jarige vertrekt bij de fondsen, heeft vaak al tienduizenden euro’s teveel premie betaald.
Dit wordt relevant nu de opbouw onder het nieuwe pensioenakkoord ‘degressief’ wordt: met een vlakke premie bouwt iemand van 30 straks per jaar meer pensioenrechten op dan iemand van 55 met hetzelfde inkomen.
Verzekerde regelingen: de premie-overeenkomst
Veel verzekerde regelingen betreffen premie-overeenkomsten. Hierbij is niet het pensioenresultaat, maar de inleg gedefinieerd. Werkenden hebben doorgaans veel vrijheid in de keuze voor bepaalde beleggingen, garanties en bijspaarmogelijkheden. Ook bij start van de uitkeringsfase is er veel vrijheid: Er is recht om te shoppen (een andere uitvoerder te kiezen) en om al dan niet een vaste indexatie op te nemen. Maar ook om te kiezen voor een hoog/laag-constructie, waarbij er bijvoorbeeld tot leeftijd 72 wat meer wordt uitgekeerd en daarna wat minder. Deze uitgangspunten blijven ongewijzigd onder het nieuwe pensioenakkoord.
Financiering premie-overeenkomsten
Groot verschil met pensioenfondsen is dat premieovereenkomsten nu meestal voorzien in een stijgende premie, meestal in leeftijdscohorten van 5 jaar: Hoe ouder de deelnemer, hoe hoger de premie. In het nieuwe pensioenakkoord worden ook voor premie-overeenkomsten vlakke premies voorzien. In het pensioenakkoord is aangetekend dat de huidige deelnemers aan premie-overeenkomsten ongewijzigd in de bestaande regeling mogen blijven. Nieuwe deelnemers moeten, uiterlijk vanaf 1/1/2027, in een nieuwe regeling met vlakke premie. Uiteraard mogen ook de huidige deelnemers naar deze regeling, maar dit vereist goede voorbereiding, o.a. afstemming met ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging en een compensatieplan voor medewerkers die er op achteruitgaan.
Transitieplan
Als de huidige pensioenregeling niet voldoet aan de eisen van het pensioenakkoord, zal de regeling moeten worden gewijzigd. Dit betekent een wijziging van de arbeidsvoorwaarden! Dit moet zorgvuldig plaatsvinden, werknemers moeten akkoord gaan met de manier waarop een werkgever deze belangrijke arbeidsvoorwaarde in overeenstemming wil brengen met het pensioenakkoord. Een transitieplan is hiervoor een wettelijk vereiste.
Zaken die ten minste moeten worden benoemd in het transitieplan zijn:
- voor welke toegestane pensioenvorm is gekozen (het nieuwe pensioencontract (NPC) of de verbeterde premieovereenkomst (WVP));
- hoe om te gaan met opgebouwde rechten (vnl. bij pensioenfondsen). Moeten deze worden bevroren of “ingevaren” in de nieuwe regeling?;
- wat zijn de effecten van de nieuwe pensioenregeling per leeftijdsgroep? Het gaat hierbij om alle pensioensoorten; het ouderdoms-, nabestaanden- en arbeidsongeschiktheidspensioen;
- is er een compensatieregeling nodig en zo ja, hoe wordt deze vormgegegeven;
- een financieringsplan voor de compensatie. Uitgangspunt is kostenneutraliteit voor werkgevers en deelnemers;
- voor zover van toepassing, afspraken over een solidariteitsreserve.
We volgens het nieuws over het pensioenakkoord volop en zijn hard bezig met hoe we u kunnen bijstaan met het transitieplan!
De rol van VAPD
Graag helpen wij u met het inventariseren voor welke keuzes u de komende jaren komt te staan. Wij rekenen de consequenties door en ondersteunen u in de communicatie met deelnemers. Niet alles van het pensioenakkoord is al ‘in kannen en kruiken’; samen met relaties maken we een tijdlijn met de te verwachte actiepunten. Om u, als het nodig is, bij te kunnen staan met een transitieplan en uitvoering daarvan!
Tenslotte
Er zijn nog meer aspecten aan het pensioenakkoord, die hier nog niet aan de orde zijn gekomen:
- Beperking toekomstige stijging AOW-leeftijd
- 10% Vrije opname van pensioenkapitaal op pensioendatum
- Eenvoudig, maar goed nabestaandenpensioen: iedereen nabestaandenpensioen van 50% x salaris; te verzekeren op risicobasis
- Verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor ZZP’ers
Wij zullen in een later bericht nader ingaand op een aantal van deze aspecten. Indien u nu al vragen heeft, neem gerust contact op met …….