Uitstel pensioen zonder dat wordt doorgewerkt

Tijdens de behandeling van de Wet verhoging AOW- en pensioen richtleeftijd (kort: Wet VAP)  is een motie ingediend waarin de regering wordt verzocht om het per 2013 mogelijk te maken dat het aanvullend pensioen tegelijk ingaat met de AOW, zonder dat er doorgewerkt hoeft te worden. Uitstel van pensioen kan immers fiscaal alleen indien en voorzover er door de werknemer wordt doorgewerkt.

Aan deze motie wordt, volgens het voorstel “Overige fiscale maatregelen 2013”, nu invulling gegeven door in een beleidsbesluit goed te keuren dat het tot en met maart 2015 mogelijk wordt het aanvullend pensioen, zonder dat doorgewerkt wordt, uit te stellen tot de in dat jaar geldende AOW-leeftijd (65 jaar en 3 maanden).

De groep die deze mogelijkheid hierdoor krijgt, is beperkt tot de mensen die tussen januari 2013 en maart 2015 de AOW-leeftijd bereiken. Deze groep bestaat uit mensen voor wie bij invoering van de Wet aanpassing fiscale behandeling VUT/prepensioen en introductie levensloopregeling¹ (wet VPL).

Hierdoor worden niet alleen de mensen die in 2013 de AOW-leeftijd bereiken, maar de hele groep die nog onder het VPL-overgangsrecht valt, in de gelegenheid gesteld het aanvullende pensioen uit te stellen tot de voor hen geldende AOW-leeftijd. Het VPL-overgangsrecht is het overgangsrecht dat is opgenomen in de Wet aanpassing fiscale behandeling VUT/prepensioen en introductie levensloopregeling die in 2005 van kracht werd. Toenmalige 55-plussers werden ontzien.

Een structurele aanpassing van het doorwerkvereiste vindt het kabinet niet nodig. Voor de mensen die niet onder het VPL-overgangsrecht vallen, zal vanaf 2014 in de regeling de pensioeningangsdatum aangepast worden aan de verhoogde fiscale pensioenrichtleeftijd van 67 jaar. Onder de huidige regelgeving mag het pensioen in dat geval al uitgesteld worden tot de op dat moment gehanteerde pensioeningangsdatum. De vraag is echter of iedere werkgever zijn regeling direct in 2014 zal aanpassen aan de dan geldende pensioenrichtleeftijd 67. Het is immers toegestaan om een eerdere pensioenleeftijd te hanteren, indien de opbouwpercentages in die pensioenregeling ook navenant lager zijn dan fiscaal maximaal.